dinsdag 14 juli 2009

Een nieuw begin

Brussel. Zaterdagochtend iets na tien. Ik stap uit de metro in eindstation Clemenceau voor mijn wekelijks bezoek aan markt aan het Anderlechtse Slachthuizen. De voornaamste reden dat ik hiernaar toe kom, is de prijs van de gesmokkelde Oost-Europese sigaretten.

« LM, Marlboro », prevelen de verkopers monotoon voor zich uit als een Tibetaanse rituele incantatie. Ik placht hier ook samen met mijn Kroatische vriendin schoonheidsproducten voor haar te kopen en mits wat rommelen af en toe een mooi kleedje. Die periode is jammer genoeg samen met de relatie afgelopen. Vijf maanden. Ik voel een steek van pijn als ik aan haar denk. Ik ben uitgehongerd naar vrouw, huid snakt naar zijdezachte huid. En dat is de andere reden waarom ik nu kom. Het krioelt hier van de vrouwen van alle rassen en alle continenten. Schaars geklede, heupwiegende negerinnen weven zich tussen Marokkaanse meisjes, die er ondanks hun hoofddoeken en broekpakken erin slagen er behoorlijk frivool uit te zien. Sari’s strelen langs spijkerbroeken, djellaba’s wedijveren met minirokjes, platformschoenen met muiltjes. Het getik van hoge hakken geeft het ritme van mijn hartslag aan. Lichaam en ziel dompel ik me in dat schoonheidsbad.
Net één trede voor me op de lange roltrap naar de uitgang van het station staat een mulattin. Een weelde halflange geblondeerde pijpenkrullen warrelt rond haar hoofd. Ze draagt een kort strapless topje, dat schouders en onderrug bloot laat. Rond haar bovenarmen heeft ze dunne tatoebandjes met een verguld Keltisch motief gekleefd, die lichtjes afschilferen. Strakke jeans slagen er moeizaam in haar wijds achterste in bedwang te houden. Mezelf is bedwang houden is onmogelijk. Ik neig voorover en druk een lichte zoen tussen haar schouderbladen. Ze huivert merkbaar. Haar lichaam heeft mijn zoen beantwoord, zijzelf blijft echter onbewogen, draait zich zelfs niet om. Boven aangekomen, wacht het vertrouwde tafereel: een drietal onberispelijk geklede Getuigen van Jehova die stilzwijgend de Poolse versie van de Wachttoren aanbieden, een Zuid-Amerikaanse Indiaan die met de panfluit zijn CD’s probeert aan te prijzen, een schrale brillende man die pakjes van tien tubes superlijm verkoopt “Seulement cent francs. Slecht honderd frank”.
Ik heb de mulattin wat afstand laten nemen. Enkele passen achter haar staar ik gehypnotiseerd naar haar achterwerk. Telkens ze haar rechterbeen een stap vooruitzet, verschijnt er een allerbekoorlijkste knik onder haar linkerbil, die weer verdwijnt wanneer ze bijbeent. Stap, knik, stap, knik, stap, knik. Ik raak er sterk opgewonden door. Ik ben zeker dat mijn gezwollen geslacht zich zichtbaar aftekent in mijn broek. Ik merk hoe enkele blikken zich op mijn kruis vestigen. Ik wil dat men kan zien dat ik in begeerte ben. Ik draag mijn erectie met trots.
De mulattin blijft staan aan één van de talloze fruit- en groentenstalletjes. Met druk gesticulerende handen onderhandelt ze over de prijs van gevulde olijven. Ze heeft er duidelijk schik in. Ik ga achter haar staan en duw mijn bekken tegen haar kont. Terwijl ze lustig verder discussieert, wrijft ze haar billen achterwaarts tegen mijn geslacht. Alsof wij als jaren minnaars zij, reikt ze achter zich, neemt mijn handen in de hare en legt ze over haar borsten. Ze zijn vol en zacht, op de harde middelpunten na, die in mijn palmen priemen. Over haar schouder lach ik tegen de verkoper.
Ze draait zich om in mijn armen. Eindelijk zie ik haar gezicht.
In haar voluptueuze lippen, koffie-en-melk-kleurige huid en licht schuinstaande ogen verzoent ze alle vrouwen die hier aanwezig zijn. Haar lippen openen de mijne, mijn tong penetreert haar mond, belofte en voorafbeelding van die andere penetratie. Ik heb mijn handen op haar achterste, zij één been tussen mijn dijen. We vallen haast over de tafel met olijven heen. Haar tong zoekt vergeefs bevrediging in mijn mond. Hijgend maken we ons van elkaar los. Onze lichamen nemen slechts voorlopig afscheid. We hoeven niets te zeggen, we weten allebei wat we willen.
Gelukkig is staat Brussel voortdurend in de steigers. Nauwelijks een paar honderd meter buiten de markt stoten we op een bouwwerf, omheind door een afsluiting. We zoeken ons een weg naar binnen en gooien koortsachtig onze kleren uit. Haar borsten veren op wanneer ze haar topje over haar hoofd trekt. Ze zijn zwaar en broos. Maar haar borsten kunnen wachten. Ze maakt de knopen van haar jeans los en stroopt broek en slipje af als een overtollige
slangenhuid. De pijl van haar schaamhaar wijst naar haar geslacht. Ze gaat met haar rug tegen de planken schutting leunen. Twee vingers openen ze de kelk van haar kut. Ze toont zich aan me zoals ik mij aan haar toon. Ik voel me verschrikkelijk groot, ik ben verschrikkelijk groot. Ik ga tegen haar aanstaan, plaats mijn handen op haar zij en dring in haar met één vloeiende beweging. We verenigen ons met elkaar, worden één vlees, Siamese tweeling, onlosmakelijk verbonden door de navelstreng van mijn pik. We zijn spiegel van elkaar. Met een sprongetje strengelt ze haar dijen rond mijn lendenen. Ik stoot hoger steeds hoger.
In een flits bevinden we ons in een kamer. Mijn kamer, haar kamer, een hotelkamer, wat doet dat ertoe? Haar borsten dansen woest in de spiegel, waar zij op handen en voeten voor zit. Ik neuk haar achterlangs, IK neuk haar ik NEUK haar ik neuk HAAR. Mijn stoten regelen haar gelaatsuitdrukkingen. Genot maakt plaats voor verrassing maakt plaats voor genot. Met mijn geestesoog zie ik mijn pik in haar kut glijden, zie ik haar wanden vibreren en kolken rond mijn schacht. Haar rug zweet liefde, haar mond ademt genot.
Opnieuw maak ik een sprong in de tijd. Zij zit bovenop me. Ze neukt me niet enkel met haar kut, ze neukt me met haar ziel, met haar hart, met haar verleden haar heden en haar toekomst. Haar borsten staan bol als zeilen in de wind van onze passie. Ze bijt hard op haar onderlip. Een druppel bloed sijpelt langs haar kin op haar borst, lost zich op in de rode druppel van haar tepel. Haar geslacht is schroeiend als de schoot van moeder aarde, vurig als haar uitbarstingen. Ze kneedt haar borsten, ze streelt haar ontloken clit. Haar billen zijn ballonnen van vreugde op mijn ballen. Mijn eikel maakt zich los van mijn pik; stijgt naar haar oppervlakte, ontploft in een schreeuw van vreugde in haar keel.
Zij komt, ik kom, wij komen, wij komen samen.
Een nieuw begin.
Een klap in mijn gezicht doet me pijnlijk ontwaken.
Ze heeft zich half omgedraaid op de roltrap en staart me toornig aan.
“Je bent mooi”, zeg ik.
Haar plotselinge ogen gaan lachen.
Een nieuw begin.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten